Onzekerheid bij kinderen komt steeds vaker voor, zeker als ze zich met anderen beginnen te vergelijken. Als je bijvoorbeeld dyslexie hebt en de rest van jouw klasgenootjes niet, kan dat heel veel impact hebben op een kind. Want je wil helemaal niet anders zijn dan de rest, maar je moet het er maar mee doen. Brainspotting is dan een hele fijne methode om kinderen hiermee te helpen, zo ook mijn cliënt in deze blog.
Hij kwam samen met zijn moeder. Knuffel onder de arm, kaartspelletje mee. Nieuwsgierig keek hij om zich heen. Ik vond het gelijk een leuk kind. Soms heb je dat, gewoon meteen een goed gevoel bij iemand. “Dan gaan we naar boven”, zei ik, “daar is mijn praktijk. Loop je achter me aan?”. Glimlachend klom hij de trap op. Vrolijk, maar duidelijk ook een beetje gespannen.
Flink ging hij op de stoel zitten, mama naast hem op de poef, knuffel naast hem in de stoel. Nadat we ons aan elkaar hadden voorgesteld, vroeg ik hem of hij al van mama had gehoord waarom hij hier was. Gelijk betrok zijn gezichtje en bedroefd keek hij naar beneden. Zachtjes zei hij: “Omdat ik een probleem heb…”.
Onzekerheid bij kinderen door dyslexie
“Oh…” zei ik rustig. “Problemen zijn nooit leuk. Maar ik hoop dat ik je daar een beetje mee kan helpen. Kun je mij misschien vertellen wat jouw probleem dan is?” “Ik heb dyslexie”, zei hij zachtjes, nog steeds met zijn koppie naar beneden. “Aha…dyslexie. En wat betekent dat precies?” vroeg ik. “Kun je mij dat uitleggen?” “Dat betekent dat je letters door elkaar haalt, waardoor je niet goed kunt lezen.” “Ok” zei ik, “ik snap het.” En als ik zo naar je kijk, vind je dat helemaal niet leuk hè, dat je dat nu hebt.” “Nee! Ik vind het hartstikke stom. Want alle andere kinderen kunnen gewoon lezen en schrijven, maar ik niet.” Het was duidelijk dat hij zich daar erg onzeker over voelde en dat hij er veel last van had.
Ik was gelijk onder de indruk van hoe goed hij alles kon verwoorden. Het Brainspotten ging dan ook heel gemakkelijk. Nadat we ook uitgebreid over allemaal leuke dingen hadden gekletst (want kletsen kon ie!), legde ik hem uit wat we gingen doen. Hij kon zich er wel iets bij voorstellen, maar vond het logischerwijs ook een beetje vreemd.
Desalniettemin kon hij goed bij zijn gevoel komen toen ik hem vroeg om nog weer eens aan ‘die stomme dyslexie’ te denken. Hij mocht daarbij zijn ogen even dichtdoen. Meteen voelde hij zich boos worden. “Het is niet eerlijk dat ik dit heb,” zei hij. Daarop vroeg ik hem zijn ogen weer open te doen en te kijken naar een punt in de ruimte, waar hij als vanzelf naar wilde kijken.
Meteen had hij het oogpunt (de Brainspot) te pakken. We zetten de timer op 10 minuutjes, want dat hadden we van tevoren afgesproken, en heel geconcentreerd bleef hij naar het punt kijken. Met de pointer hielp ik hem het punt vast te houden. En als ik per ongeluk een beetje van het punt afdwaalde, corrigeerde hij me direct dat ik een stukje naar links of naar rechts moest. Het is zo mooi om te zien dat kinderen vaak zo makkelijk kunnen Brainspotten!
Onderliggende oorzaken van onzekerheid verwerken
Al snel gebeurde er van alles tijdens de sessie. Van een geconcentreerd gezichtje, naar moeten lachen, naar het zien van allerlei kleuren en het vervormen van mijn gezicht. Na de 10 minuten hebben we een spelletje gespeeld om even te onstpannen. Toen hebben we nog een keer 10 minuten gezeten. Ook nu zag hij weer kleuren en ‘mijn gekke gezicht’, maar ook keek hij wat vaker naar de timer of de tijd er al op zat. Helemaal prima: je hoeft niet strak naar het punt te blijven kijken, het lichaam is dan al druk bezig met opruimen.
Vrolijk liep hij de deur uit. Hij wilde volgende week weer!
De week erop vertelde zijn moeder dat ze al meteen een verschil merkte. Tijdens het doen van de dyslexie oefeningen was hij een stuk minder verdrietig en boos. Hij vond het nog steeds niet leuk dat hij het had, maar de sterke emoties die eraan gekoppeld waren, waren al een heel stuk minder. De volgende sessies werkten we verder aan zijn onzekerheid, maar hoe fijn dat na één sessie al de eerste stap was gezet!
0 Reacties